27 december 2016

Urkse visser Jan Weerstand en zijn vader en zoon verdronken allen

Jan Weerstand werd geboren op 23-3-1864 in Urk als enig kind van visser Evert Weerstand en zijn vrouw Luutje Kroon, die op 23-5-1863 in Urk waren getrouwd. Jan’s vader, Evert Weerstand, was op 11-5-1839 in Urk geboren als zoon van Jan Weerstand en Dirkje Hoefnagel. Evert is op zee gebleven op 22-8-1864, slechts 25 jaar oud. Er woedde een storm en vanaf de wal had men een schuit in de verte zien omslaan, zonder dat het mogelijk was de bemanning redding te bieden. De schipper, Evert Weerstand, en de knecht, Albert Bakker, verloren hun leven in de golven, terwijl de jongen, Hendrik van Urk, dood op het schip werd aangetroffen. De eigenaar van het schip was Cornelis Hackvoort.

Evert Weerstand in het "Algemeen Handelsblad", 12-8-1864

Toen zijn vader verdronk was Jan nog maar 1 jaar oud. Zijn moeder, Luutje Kroon, was geboren op 20-3-1836 in Urk en dus 28 jaar oud toen zij weduwe werd. Haar ouders waren visser Willem Kroon en zijn vrouw Willempje van den BergLuutje hertrouwde op 26-12-1865 in Urk met visser Dubbele Kramer, 32 jaar oud, geboren op 1-3-1833 in Urk als zoon van visser Jurrie Kramer en zijn vrouw Jannetje Romkes. Dubbele was weduwnaar van Aaltje Koffeman, waarmee hij op 4-7-1863 in Urk was getrouwd. Zij is overleden op 31-3-1864 in Urk, de dag na de geboorte van haar enige kind, de naar haar vernoemde Aaltje Kramer, die na 39 weken eveneens was overleden.

21 december 2016

Arij Huijge Munter (†1704) uit 's-Gravendeel

Arij Huijge Munter werd in 's-Gravendeel geboren als zoon van Huijgh Ariensz Munter, die rond 1694 is overleden. Huijgh was eerst getrouwd met Hilligjen IJsacks Kieboom, de moeder van Arij en weduwe van Pieter Woutersz Vrooman. Voor zijn dood was Huijgh nog hertrouwd met Leentje Ingens Evengroen. Daar de doopboeken van 's-Gravendeel zijn vernietigd, wist ik niet van het bestaan van Arij af totdat ik hem tegenkwam bij de Verenigde Oostindische Compagnie (V.O.C.).

Een fluitschip
Arij Huijge Munter uit Gravendeel vertrok als matroos op 22-2-1703 met het fluitschip “Abbekerk” voor de kamer van Zeeland. Een fluitschip heeft een vlakke bodem, een rond achterschip en 3 masten. De “Abbekerk” was een 242 tonner met 111 zeelieden en 42 soldaten aan boord. De kapitein was Adriaan Gelijsz.  
In die tijd waren lange zeereizen een aanslag op de gezondheid van alle opvarenden. Gedurende de eerste 2 of 3 maanden van de reis liepen nieuwelingen vaak al schuurbuik en tering (tuberculose) op, waardoor ze rond liepen met bleke gezichten, blauwe lippen en gezwollen benen. Ook reumatische klachten kwamen veel voor, wanneer het behalve vochtig ook koud was. 

Het werk van een matroos bestond o.a. uit laden en lossen , reinigen, teren en reparaties uitvoeren aan het schip, het af- en aanslaan van de zeilen en de waak- en roergang. De matrozen en soldaten moesten met hun bagagekisten een plaats vinden op een vrij gebleven gedeelte van het dek. Zij moesten in groepen van 8 of 9 man aan hangende tafels de maaltijden uit een gezamenlijke houten bak nuttigen. Als zitplaatsen dienden hun zeemanskisten.

20 december 2016

1783, het jaar van de gelige mist

In 1783 opende de aarde zich in IJsland over een afstand van minstens 22 kilometer. Een oppervlak van ca. 565 vierkante kilometer verdween onder een metersdikke laag lava en enorme hoeveelheden giftige gassen kwamen vrij. Meer dan de helft van de IJslandse veestapel werd gedood en een kwart van de bevolking stierf van de honger. 

Van juni t/m september 1783 dreven zwavelwolken naar Europa door uitbarstingen van de vulkaan Laki in IJsland. Daardoor was het noordelijk halfrond die zomer in een waas van gelige mist gehuld. De zwavel tastte de longen aan van de arbeiders op het land en veroorzaakte extra overlijdens, ook onder zuigelingen.

In de noordelijke Nederlandse provincies raakte op de dag van Sint Jan, 24 juni, alles bedekt met een kleverige aanslag. In de schone was, die buiten hing, verschenen roestachtige vlekken. Voorwerpen van metaal begonnen uit te slaan en bladeren aan de bomen verdorden.
S.J. Brugmans schreef dat in de stad Groningen de mist sterk naar zwavel rook wat zorgde voor hoofdpijn en moeite met ademhalen. Eind juni waren de bladeren bruin geworden en vielen van de bomen. De zon was verduisterd en er waren zware onweersbuien.
J.H. van Swinden merkte op: "De velden zien er zeer triest uit. De bomen en planten zijn hun groene kleur verloren en de grond is bedekt met gevallen bladeren. Je zou denken dat het oktober of november was".

J.C. van der Muelen schreef: "Men zoude veeltijds gezegd hebben in de herfst te zijn, en dan duurde de mist nog zo lange niet. De winden die tevooren veranderlijk geweest zijn, zijn toen meer uit ’t N: gekomen, dog meestentijds is ’t weder stil en warm geweest". Op 31 juli schreef hij: "Deze maand van julij is buitengewoon droog en heet geweest. Al de regen nu en dan met donderbuijen is zeer weinig geweest". Hij vervolgde: "Nog iets zeer buitengewoons heeft plaatsgehad: naamelijk de lugt is gedurig met een nevel vervuld geweest, die dan zwaarder dan minder geweest is, en van Junij af tot den 22sten Julij geduurd heeft. Uit de nieuwstijdingen zoude men opmaken dat die nevel bijna door geheel Europa geweest is".
De zomer was in heel Noordwest-Europa uitzonderlijk warm en droog. Onder de met ‘drooge nevel’ beslagen hemel verschroeiden gras, bladeren en gewassen. Er stierven veel meer mensen aan de ‘rodeloop’ (dysenterie) dan in andere jaren, tot wel tienmaal zoveel. De oogst van 1783 mislukte grotendeels. Ook was er grote sterfte onder het vee.

Alleen al in Engeland stierven 23000 mensen ten gevolge van de giftige gaswolken. Daar daalde ook as neer. De Engelse dichter William Cowper schreef in de zomer van 1783: "Zo veel mensen zijn onwel door koortsen dat boeren moeite hebben hun oogst binnen te halen; de werklieden worden bijna dagelijks uit de velden gedragen, niet in staat om te werken en velen sterven." Onderzoek naar parochieregisters heeft geleid tot schattingen van meer dan 20.000 doden in Groot-Brittannië alleen al in de zomer van 1783.

Het vulkanische stof en de gassen in de atmosfeer blokkeerden het zonlicht, waarna een extreem koude en lange winter volgde. Het weer in Europa was daarna nog jarenlang van slag en oogsten mislukten. Grote sociale onrust was het gevolg. 

Zie: When a killer cloud hit Britain, De Zwarte Zomer van 1783, HistoraNet.nl, The eruption that changed Iceland forever, Hoe schadelijk is vulkaanas?  Een aanvullende bron was een artikel in het blad "Promotor" van januari 2013.

18 december 2016

Jan Beltman (1831-1920) uit Deventer was 65 jaar getrouwd

Jan Beltman en zijn bijna 7 jaar oudere bruid Eva Berends trouwden op 28-5-1851 in Deventer. Jan was geboren op 7-6-1831 in Deventer als jongste kind van Jannes Beltman (1779-1848) en Willemina Wevers (1788-1866). Eva was aldaar geboren op 24-7-1824 als dochter van de 45-jarige boekdrukker Wessel Berends en zijn vrouw Gerritje Larink. 

Jan Beltman en zijn vrouw Eva kregen 7 kinderen, waarvan er 3 jong zijn overleden: 
Deventer in de 19e eeuw.
  1. Jannes Beltman is geboren op 28-8-1851 in Deventer en aldaar overleden op 5-1-1891, 39 jaar oud. Jannes was winkelier, toen hij op 9-11-1876 in Deventer trouwde met de 20-jarige, aldaar geboren Gerritje Kolkman, dochter van Jan Kolkman en Berendina Goossens.
  2. Gerrit Beltman is geboren op 19-6-1854 in Deventer en aldaar overleden op 31-10-1854, 4 maanden oud.
  3. Gerrit Beltman is geboren op 22-4-1856 in Deventer en aldaar overleden op 28-3-1865, 8 jaar oud.
  4. Willem Beltman is geboren op 14-2-1858 in Deventer en aldaar overleden op 5-1-1925, 66 jaar oud. Willem was smid toen hij op 15-5-1884 in Deventer trouwde met de 24-jarige Fennetjen Brummelkamp, geboren in Olst als dochter van tolgaarder Wolter Brummelkamp en Hendrikje Nijland. Willem was zetkastelein toen hij op 3-9-1913 in Deventer hertrouwde met de 49-jarige Berendina Gerritsen, geboren in Deventer als dochter van Johan Volgers Garritsen en Margaretha Berends.
  5. Wessel Beltman is geboren op 31-5-1861 in Deventer en aldaar overleden op 26-2-1946, 84 jaar oud. Wessel was smid toen hij op 6-5-1886 in Deventer trouwde met de 22-jarige Johanna Tieskens, geboren in Olst als dochter van dagloner Hendrik Tieskens en Berendina Rietberg.
  6. Evert Jan Beltman is geboren op 18-11-1864 in Deventer en aldaar overleden op 24-9-1865, 10 maanden oud.
  7. Gerritje Beltman is geboren op 12-04-1868 in Deventer en overleden op 18-5-1954 in Hilversum, 86 jaar oud. Gerritje trouwde op 10-8-1893 in Deventer met timmerman Hendrik de Jonge, 25 jaar oud, geboren in Zwolle als zoon van Hendrik de Jonge sr. en Aleida Maria Traveers.
Jan Beltman en Eva Berends in 1911
Toen Jan Beltman en Eva Berends 60 jaar getrouwd waren in 1911 verscheen er een foto van hen in de krant. Zij waren uiteindelijk 65 jaar getrouwd, toen Eva is overleden op 28-6-1916, ruim 91 jaar oud. Jan Beltman is overleden op 5-1-1920, 88 jaar oud. 
Bronnen: WieWasWie en het CBG.

2 december 2016

Huwelijksdispensatie voor Joannes Albertus de Cock in 1764 in Roermond

De weduwnaar Joannes Albertus de Cock wilde in 1764 trouwen met het nichtje van wijlen zijn 1e vrouw. Ook voor een huwelijk met een verwante van een eerdere huwelijkspartner was vroeger dispensatie nodig.

Roermond, 2-12-1764: 
 Brief van het bisdom, delegatie aan A. van Daell kanunnik en pastoor van Roermond, in verband met een aanvraag om dispensatie vanwege 1e/2e graad aanverwantschap met een schema van kanunnik van Daell bij voorgenomen huwelijk tussen:   
  • Joannes Albertus de Cock, weduwnaar van Maria Joanna le Blanc, Maria Joanna dochter van NN le Blanc; en
  • Maria Margaritha le Blanc, dochter van Joannes le Blanc en Ida Jeucken, Joannes zoon van NN le Blanc.   

Het paar is vervolgens getrouwd op 23-12-1764 in Roermond: 
 23tia Joannes Albertus de Cock, et Maria Margarita le Blanc, parochiani Ruræmundenses, ambo sui juris, primo et secundo affinitatis gradibus se invieem attingentes me præfato in eccl(es)ia n(os)tra cathedrali simul et parochiali præsentibus testibus rev(eren)do d(omi)no C. F. Treels vicepastore meo, et Henrico Kelleners juncti sunt matrimonio cum dispensatione in supra dicto impedimento, copiam hujus vida in prothocollo pastorali.

25 november 2016

De Gelderse inval in de Alblasserwaard op 25-11-1512

Op 25 november 1512 waren "die Geldersen metter macht in den Alblasserwaert" gekomen "en bornden (branden) en roefden aldaar". Bleskensgraaf werd op die ongeluksdag geheel platgebrand. De kerk met torens en twee torenklokken, twee watermolens en alle huizen op één na werden een prooi der vlammen. 
In de verponding van 1514 van de Alblasserwaard staat "Dese dorpen zijn al meest verbrant, gepilleert (verwoest) ende beroert geweest ende gestelt in verdinghe (afkoop van brandschatting) van den Geldersen, gelijck breeder blijckt bij de (afzonderlijke) informacie, daromme zij dese lasten niet draghen en mogen maer sullen moeten verlicht wesen elck naedat hij beschadicht is geweest". 
De inwoners van Bleskensgraaf verklaarden als "zij het een broot up hebben, dat zij niet weten, waar zij dat ander halen sullen". De molens van Ottoland, Laag Blokland, Goudriaan en Bleskensgraaf waren afgebrand. Giessendam en Giessen-Oudkerk hadden 42 inwoners weggesleept zien worden, waarvan er 2 werden doodgeslagen. Vanuit Hardinxveld werden 180 van de rijkste inwoners weggevoerd.


17 november 2016

Elizabeth Korswagen overleed bij de geboorte van haar enige kind

Tuinder Willem Janse van Lierop (1780-1844) was weduwnaar van Neeltje O(o)sdam (1786-1818), toen hij op 17 november 1819 in Hillegom trouwde met de 30-jarige Elisabeth Korswagen. Elisabeth was een dochter van Jacobus Korswagen en Marijtje Stiphorst, die beiden in 1791 in Bloemendaal zijn overleden. Willem van Lierop was een zoon van Johannes Jansz van Lierop (1750-1808) en Johanna van Dril (1758-1823), die voorouders zijn van mijn neefje Thom via hun dochter Engelberta van Lierop (1787-1847).

Elisabeth Korswagen beviel in Hillegom op 15 januari 1821 rond 4 uur 's middags van een zoon Johannes. Zij is een week later overleden op 22 januari 1821 rond 6 uur 's avonds. Haar weduwnaar is níet meer hertrouwd. Hij is overleden op 19 mei 1844 in Haarlem.

Willem Janse van Lierop deed op 23-1-1821 aangifte van het overlijden van zijn 2e vrouw, Elizabeth Korswagen.

Elisabeth's enig kind, Johannes van Lierop, werd net als zijn vader tuinder. Hij trouwde op 7 mei 1851 in Hillegom met winkelierster en weduwe Maria ("Marijtje") van Bourgondiën (1818-1880). Hoewel Marijtje uit haar eerste huwelijk met Johannes Kapteijn kinderen had, werd uit haar tweede huwelijk alleen een levenloos dochtertje geboren. Johannes is overleden op 18 oktober 1876 in Hillegom.

7 november 2016

Aeltje Jans anders genaamd "De Princes" uit Goudriaan

Op 7-11-1676 werd in Schoonhoven het lijk geschouwd van Aeltje Jans, anders genaamd "De Prinses", oud 56 jaar. Zij was gehuwd met Joost Smit uit Goudriaan, maar die was op dat moment uitlandig. Zij was de avond ervoor in Schoonhoven in de haven gevallen en verdronken.

Schoonhoven


27 oktober 2016

Pieter Kappetein werd in 1855 op zijn erf vermoord

Pieter Kappetein woonde onder Numansdorp. Op 6-8-1855 's morgens werd hij door één van zijn knechts, Cornelis Maaskant, met een mes in zijn buik gestoken. Daarop vluchtte Maaskant weg. De verwonde Kappetein was nog in staat om de - naar de plaats van het misdrijf toegesnelde - rechterlijke ambtenaren te vertellen wat hem was overkomen. Op 7 augustus bezweek hij onder hevige pijnen, 5 ouderloze kinderen nalatende. 

Bij zijn overlijden was Pieter Kappetein 48 jaar oud en weduwnaar van Maria Steenbergen. Zij waren getrouwd op 5-5-1841 in Strijen en kregen vervolgens 7 kinderen in Numansdorp: Arie op 27-1-1842, Johannes (2x), Bastiaan, Aart, Iefje Lijntje en Lijntje Iefje (1850-55). Maria Steenbergen is overleden op 11-7-1854 in Numansdorp. 

De burgemeester van Numansdorp wist te regelen dat de schuldige het eiland níet kon verlaten. Daardoor kwam men Cornelis Maaskant in Strijen op het spoor. Na zijn arrestatie bekende hij zijn misdaad.

De Constitutioneel: Nieuwe 's-Gravenhaagsche Courant, 2-12-1855

Op 1-12-1855 werd de zaak behandeld voor het Provinciaal Gerechtshof in 's-Gravenhage. Daarbij werd Cornelis Maaskant beschuldigd van moedwillige manslag. De advocaat generaal eiste een tuchthuisstraf van minimaal 5 en maximaal 20 jaar. De advocaat van de beklaagde trachtte aan te tonen dat er sprake was van provocatie en wees op - niet nader genoemde - verzachtende omstandigheden. Op donderdag 6 december volgde de uitspraak waarbij Cornelis Maaskant schuldig werd verklaard aan moedwillige manslag en veroordeeld werd tot een tuchthuisstraf van 15 jaar. 

Rotterdamsche Courant, 7-12-1855

20 oktober 2016

Wie zijn de ouders van Pieter van Kooten (†1809)?!

In 1786 in Numansdorp trouwde Heijndrina van Kooten met mijn oudgrootvader Leendert Cente Bos (1755-1830). Heijndrina was gedoopt op 17-2-1764 in Den Briel als oudste dochter van Pieter van Kooten en Hadewij van der Straten (1738-1803). Dat paar liet in 1766 een zoon Frans dopen in Schoonhoven. Vervolgens lieten zij de kinderen Willem, Frans en Ida in de periode 1770-76 dopen in Dordrecht. Tenslotte lieten zij op 29-10-1780 in Puttershoek nog een dochter Cornelia dopen. Pieter en Hadewij zijn dus een aantal maal verhuisd.

Hadewij stamde uit de Dordrechtse slagersfamilie Van der Straten. Zo werd haar vader Frans van der Straten (1705-1760) in 1723 in Dordrecht opgenomen in het vleeschhouwersgilde. Haar man, Pieter van Kooten, leverde in het voorjaar van 1763 in Den Briel vlees voor een rouwmaal. Hadewij's moeder was Ida Baars, die getuige was bij Hadewij's ondertrouw en bij een aantal dopen van haar kinderen. Bovengenoemde Heijndrina van Kooten kan dus naar een familielid van Pieter van Kooten zijn vernoemd.

Een mutueel testament van Pieter van der Kooten en Hadewij van der Straten, echtelieden wonende in Den Briel en gegoed beneden de 2000 gld., werd opgemaakt voor notaris Hendrik Kruijne op 12-2-1763. De langstlevende moest de kinderen opvoeden tot mondigen dage of eerder huwelijk en dan aan elk 2 zilveren ducatons uitkeren . De langstlevende werd voogd of voogdes met uitsluiting van de weeskamer. Getuige was ene Adolph Nieuwhuijs.

Ondertrouwinschrijving op 8-8-1762 in Dordrecht van Pieter van Kooten en Hadewij vander Straeten.

Waar   Pieter van Kooten  vandaan kwam is onduidelijk. Op basis van de ondertrouwinschrijving (hierboven) dacht ik eerst aan 's-Gravenhage, maar later realiseerde ik me dat ook Princenhage bij Breda een kans maakte. Echter, noch in 's-Gravenhage, noch in Princenhage kan ik rond 1735 in de doop- of trouwboeken een Willem of Pieter van Kooten vinden.

18 oktober 2016

Gerrit van den Bosch en Burgje Schoonderwoerd

Gerrit van den Bosch en Metje Stekelenburg trouwden op 16-2-1751 in Vleuten. Als getuigen hadden zij meegenomen "Piter te Pess en Nel v.d. Bosch". Een jaar later, op 26-2-1752 in Vleuten, lieten Gerrit Teunisse van den Bosch en Metje Stekelenburg een dochter Anna R.K. dopen, waarbij Nol van den Bosch getuige was. Zij lieten op 31-3-1763 in Vleuten een zoon Wilhelmus dopen. Getuige bij die doop was Mari van Eijk. Dit paar liet op 28-4-1767 in Vleuten een zoon Joannes dopen, waarbij Gerrid van Roejen getuige was.

Gerrit van den Bosch was weduwnaar van van Megthildis (Metje) Stekelenborg, toen hij op 19-10-1771 in ondertrouw ging met Burgje Schoonderwoerd. Zij trouwden op 12-11-1771 in Haarzuilens. Op 17-11-1772 in Vleuten lieten zij een dochter Anna dopen, waarbij Klaasje Witkamp getuige was. Aaltje Schoonderwoert was op 3-7-1774 in Vleuten getuige bij de doop van hun dochter Erkje. Op 23-9-1776 in Vleuten volgde de doop van een 3de dochter, Megtel, die in Haarzuilens was geboren. Getuige bij die doop was Arie van den Bosch.

Kort na de geboorte van haar dochter is Burgje Schoonderwoerd overleden, want Gerrit van den Bosch hertrouwde op 4-11-1777 in Haarzuilens met Jannigje van Zeelst/Seijst. Getuigen bij het huwelijk waren Rijk Otten en Mie Jaspers. Met Jannigje liet Gerrit op 11-2-1780 in Vleuten een dochter Metje dopen, die was geboren in het Spijksebos. Getuige bij de doop was Toon van den Bos.
 

7 oktober 2016

Klaas den Tuinder (1850-1920) uit Klaaswaal trouwde 3 maal

De Klaas den Tuinder in dit verhaal werd geboren op 11-5-1850 in Strijen als enig kind van Arie den Tuinder (1821-1851) en Maaike Boender (1827-1905). Zijn vader is binnen een jaar na zijn geboorte overleden. Klaas' moeder is 2 jaar later hertrouwde met Adrianus van der Mast, die weduwnaar was van Teuntje Boender.

Klaas den Tuinder is op 16-4-1874 in Oud-Beijerland getrouwd met Trijnte Sabel (1850-1888) uit Klaaswaal. Zij kregen de volgende kinderen: Maaike, Elizabeth, Arie, Dora (2x), Neeltje, Wouter (j†), Woutje (j†), Huibert, Trijntje (j†) en Anna (j†). Truijnte is op 11-4-1888 overleden.

Klaas is hertrouwd op 14-9-1888 in Klaaswaal met Evertje Selle, de 44-jarige dochter van Pieter Selle en Gerritje Wentinck. Evertje was eerder op 17-2-1865 in Oud-Beijerland getrouwd met Maarten Groeneveld uit Vlaardingen. Vervolgens had Evertje een grote hoeveelheid kinderen gebaard, maar alleen haar dochters Kornelia Pieternella en Gerdientje Groeneveld bleven in leven. In september 1887 zocht de commissaris van de politie in Dordrecht naar de verblijfplaats van "Evertje Selle, geboren te Oud- Beierland den 14 Augustus 1844, verlaten huisvrouw van Maarten Groeneveld". Op 30-11-1885 in Den Haag volgde haar echtscheiding. Zo kon zij 3 jaar later trouwen met Klaas den Tuinder.


Waar Evertje Selle verlaten was door haar 1ste man, lijkt zij zelf haar 2de man te hebben verlaten. Op 11-12-1900 werd haar huwelijk met Klaas den Tuinder door de arrondissementsrechtbank in Dordrecht eveneens door echtscheiding ontbonden, waarbij Evertje's woon- of verblijfplaats onbekend was.

26 september 2016

Cornelia Bos werd in een krankzinnigengesticht opgenomen

Cornelia ("Neeltje") Bos, weduwe van Cornelis Rijnhout, werd wegens krankzinnigheid verpleegd in het gesticht van Rotterdam. Op 26-9-1859 werd zij onder curatele gesteld.

Nederlandsche Staatscourant, 5-10-1859

Cornelia en haar man Cornelis Rijnhout hadden in december 1812 in Gouda een zoon Jilles gekregen. Cornelis Rijnhout was toen 27 jaar oud en baandersknecht. Het gezin woonde aan de Rozendaal in Gouda. In februari 1815 kreeg pijpenmaakster Neeltje Bos, wonend in de Cappenersteeg, een dochter Johanna, terwijl haar man Cornelis Rijnhout in militaire dienst was.
Gouda

Cornelis Rijnout is op 18-5-1843 in Gouda overleden, 56 jaar oud. Hij was een zoon van Jelles Rijnhout en Trijntje Fortuijn. De naar zijn grootvader vernoemde zoon Jilles was in 1844 in Gouda getrouwd met Elizabeth Marré en had met haar weer een zoon Cornelis gekregen. Jilles is overleden op 23-9-1850 in Gouda. 
Cornelia Bos zelf was 79 jaar oud, toen zij overleed op 15-11-1860 in Rotterdam.


Bronnen: delpher.nl, wiewaswie.nlwww.samh.nl.

21 september 2016

IJsbrand Engelen Konijn is sinds 1812 verdwenen

Op 21-9-1848 werd door de rechtbank te Alkmaar vastgesteld dat er "regtsvermoeden van overlijden bestaat" van  de sinds 1812 vermiste IJsbrand Engelen Konijn:

Nederlandsche Staatscourant, 14-10-1848

De verdwenen IJsbrand Engelsz. Konijn was gedoopt op 18-10-1791 in Egmond aan Zee als de enige zoon van Engel IJsbrantsz Konijn (1768-1822) en diens eerste vrouw Aaltje Wulberts Ranke (1767-1810), die uit Heilo afkomstig was.

De aftocht uit Rusland was vol ontberingen.

IJsbrand Konijn was in 1812 voor het Franse leger opgeroepen. Dat jaar hield Napoleon zijn veldtocht in Rusland, waarbij de meeste soldaten door ontberingen, kou en honger omkwamen. Van velen is nooit meer iets vernomen. Dat geldt ook voor IJsbrand Konijn.

Nederlandsche Staatscourant, 22-9-1847

9 september 2016

Willem Jacobsz van Beveren (1457-1505)

Mijn voorouders zijn meest arme arbeiders, waar weinig over bekend is. Via de Strijense familie Van Driel blijk ik echter ook af te stammen van de Dordrechtse regenten familie Van Beveren. Tot die familie behoorde Willem van Beveren Jacobsz. (1457-1505), zoon van Jacob van Beveren Willemsz. en Elisabeth Dirc Springer Goetsdr. Van hem bestaat zelfs een afbeelding!
Willem van Beveren Jacobsz.
(1457-1505)

Mr. Willem de Beveren werd in 1484 secretaris van de stad Dordrecht. Hij trouwde in 1485 met Maria (†1514), dochter van Nicolaas van Bakel, burgemeester van Dordrecht, en Geertruid Screvels de Jode. Zij woonden in "de Gans" tot 1498, toen Willem dit huis verkocht aan muntmeester Blasius Bouquet. Daarna woonden zij in het huis "den Ouden Beer" in de Wijnstraat in Dordrecht, dat zijn vrouw bij dode van haar moeder was aangekomen.

In juni 1500 werd Mr. Willem van Beveren beleend met het Schroot-Ambacht en de zoutmaat in Dordrecht na het overlijden van Zoete van Beveren, zijn nicht. Tevens werd hij toen beleend met een visserij, strekkend van Dordsmonde in de Dubbel tot die Wale, naast Dubbeldam en Puttershoek enerzijds en Zwijndrecht anderzijds, en tot Barendrecht, na het overlijden van een ander familielid. Na Willem's overlijden gingen beiden in 1506 over op zijn zoon Jakob (†1510). Het is echter zijn zoon Nicolaas (†1529) waar ik van afstam.

Zie: M. van Balen: Beschryvinge der stad Dordrecht, 1677; Ons Voorgeslacht 1946; De Nederlandsche Leeuw 1909.

1 september 2016

De broers Hermanus, Pieter en Johannes Mugge gingen allen naar zee

Hermanus Mugge en Jannetje Hoecke zijn op 4-2-1729 in Leiden in ondertrouw gegaan. Aanwezig daarbij als getuigen waren Jan Blom, zwager van Hermannus (via zijn huwelijk met Aagje Mugge), en Magteld Derwijn, Jannetje’s moeder. Hermannus was statenmaker, waar hij “op ’t Iserne Grafje” woonde. Hij was op 12-5-1711 in de N.H. Hooglandsche kerk in Leiden gedoopt als zoon van Hermanus Muggen sr. en Catharina van der Vorst. Jannetje was op 14-3-1700 in de N.H. Marekerk in Leiden gedoopt als dochter van Johannes van Hoecke en Magteld Derwijn (der Wijn). Ten tijde van haar huwelijk woonde Jannetje in de Weddesteeg aan de Witte Poort. Jannetje van Hoecke was hoogzwanger, want haar oudste dochter Kathrijna werd reeds op 20-2-1729 gedoopt.



Hun oudste zoon, Johannes, lieten Hermanus en Jannetje op 8- 11-1730 in de N.H. Marekerk in Leiden dopen. Op 1-9-1734 in de N.H. Pieterskerk lieten zij een zoon Hermanus dopen met daarbij als getuigen Lijsje van Hoecke en Pieter de Groot. De volgende zoon, Pieter Mugge, werd op 10-7-1737 eveneens gedoopt in de N.H. Pieterskerk. Doopgetuigen van Pieter waren Katrina de Buijs en Wessel Wiggelmans.

24 augustus 2016

De Groote of Zuid-Hollandse Waard

In de latere Hoekse Waard werd vanaf 1100 veelal gebouwd op terpen. Men leefde van akkerbouw, het houden van koeien en schapen, de jacht, visserij en het delven van zoutveen, wat turf en zout opleverde. In de periode 1230-1270 werd de Groote of Zuid-Hollandse Waard bedijkt. Strijen en Hoecke lagen langs de westelijke zeedijk. In het zuiden van de waard lagen Zwaluwe en Geertruidenberg. In het oosten strekte de waard zich uit tot aan Woudrichem en Heusden (zie hieronder).    

De Groote Waard rond 1400
     
De Maas, die dwars door de Groote Waard stroomde, is in 1270 afgedamd op de plaats, waar later Maasdam ontstond. Rond 1400 werd ten oosten daarvan een kasteel Duijvesteijn gebouwd. Het gebied ten noorden van de Maas heette de Tiesselijnswaard en strekte tot aan het riviertje de Dubbel ten zuidoosten van Dordrecht en bevatte de plaatsjes Hoecke, Poelwijck, Leijderambacht en De Mijl. Ten westen van de Groote Waard, in het latere Beijerland, lagen rond 1245 al dorpen genaamd Strienemonde en Corendike (Korendijk). 

15 augustus 2016

Afstamming van de heren van Strijen

Afstamming van de middeleeuwse heren van Strijen is voor mij extra leuk omdat mijn ouders tegenwoordig in het dorp Strijen (ZH) wonen. In de middeleeuwen was Strijen een groot gebied. Zo is er nog een stukje ruïne van een toren van het kasteel van Strijen te vinden in Oosterhout (NB). Bij de beruchte Sint-Elisabethsvloed in november 1421 overstroomde het gebied. Daarna heeft het enige eeuwen geduurd voor het land deels weer op de zee werd herwonnen.

De ruïne van het kasteel van Strijen in Oosterhout rond 1656.
Van de middeleeuwse heren van Strijen is weinig bekend. De laatste Willem van Strijen (of Striene) zou in november 1294 zijn overleden. Hij had 2 wettige dochters, waaronder Aleidis, die de heerlijkheid Strijen erfde en getrouwd was met Nicolaas, heer van Putten. Willem had bij een minnares nog een zoon verwekt, Willem van der Weede. Wede of Weeda was een dorp met een groot kasteel. Beiden zijn verdwenen ten tijde van de Sint-Elizabethsvloed: "welk Weede, mettet Stam-Huys, is Verdronken in 'et Jaar 1421 door den grooten Zuyd-Hollandzen Inbreuk".

11 augustus 2016

De Watergeuzen hadden de stoof platgebrand

Uit de vonnisboeken van de Raad van Brabant in Brussel, 11 augustus 1582: 

Adriaenken Clerck, weduwe van wijlen Peeter Pruymen, heeft een proces gevoerd voor de wethouders van Bergen op Zoom tegen Marynus Claessen inzake een erfrente van 4 Carolusgulden die Marinus had op een halve meede stove staande buiten de Sint Jacopspoort. De stoof is enkele jaren geleden door de Watergeuzen platgebrand en in 1570 is de grond waarop de stoof stond vol water gelopen en geïnundeerd.


20 juli 2016

Predikant Van Loon had vlagen van razernij

Bij vonnis van de arrondissements-regtbank in Deventer van 27-1-1847 werd  Laurens van Loon, voorheen predikant te Welsrijp, onder curatele gesteld. Hij werd verpleegd in het Geneeskundig Gesticht voor Krankzinnigen te Deventer vanwege "Krankzinnigheid, gepaard met Vlagen van Razernij". Laurens van Loon, emeritus predikant, overleed in Deventer op 7-4-1861.  
 
Nederlandsche Staatscourant, 6-2-1847

Laurens van Loon, "Candidaat onder de Eerwaarde Classis van Leeuwarden en beroepen Predikant te Vrouwen Parochie", was op 21-jarige leeftijd op 19-2-1813 in Het Bildt in Friesland getrouwd met Margaretha Swartte, 26 jaar oud en geboren in de Pruissische Polder. Laurens was geboren in St. Jacobiparochie als zoon van Everhardus van Loon en Femmigje Laurensdr. Bovenkamp. Zijn bruid was een dochter van Gerardus Henricus Swartte, laatst predikant te Vrouwenparochie en aldaar overleden.
Laurens van Loon kreeg de volgende kinderen:
  1. Everhardus Swartte van Loon, geb. 25-11-1814 in Het Bildt. Hij trouwde op 30-10-1839 in Barradeel met Binke la Fleur, 21 jaar oud, geb. in Firdgum.
  2. Jacobus Meinhardi Swartte van Loon, geb. 29-12-1816 in Vrouwenparochie, gemeente Het Bildt. Hij was apotheker in Dokkum. Hij trouwde op 31-10-1839 in Sneek met de ald. geb., 19-jarige Maria van Haarst. Hij is overleden op 11-1-1863 in Dokkum, 46 jaar oud.
  3. Albertus Swartte van Loon, geb. 11-3-1819 in Het Bildt.
  4. Femmigje Bovenkamp van Loon, geb. op 12-3-1822 in Welsrijp, overl. op 13-12-1864 in Dokkum, 42 jaar oud.
Leeuwarder Courant, 15-3-1822
Bronnen: Delpher, WieWasWie.

5 juli 2016

Landloper Johannes Nicolaas van Driel uit Heinenoord

Johannes Nicolaas van Driel werd op 9 november 1855 in Heinenoord geboren als één van de 13 kinderen van Nicolaas van Driel (1817-86) en Jannetje Preesman (1823-97). Hij ging in militaire dienst en werd klerk van beroep en verrichtte dus administratieve werkzaamheden. Hij bleef ongehuwd.
Johannes Nicolaas van Driel

Op 8 februari 1897 werd Johannes Nicolaas van Driel - na een veroordeling bij de rechtbank van 's-Gravenhage wegens landloperij - opgenomen in de rijkswerkinrichtingen Veenhuizen in Drenthe. De gevangenen werden daar ondergebracht in slaapzalen van 80 mensen, die overdag werden omgebouwd tot werk- en eetzalen. Het betrof de eerste veroordeling van Johannes Nicolaas. Op het moment van zijn veroordeling waren van zijn familie alleen 2 getrouwde zussen en zijn moeder nog in leven. Zijn moeder zou op 5 september van dat jaar overlijden.

Johannes Nicolaas van Driel was 1,62 m. lang, zijn bovenlijf was ca. 86 cm lang en zijn armwijdte bij uitgestrekte armen was 1,67 m. Zijn linkervoet was ca. 25 cm lang. Zowel op zijn borst als bij zijn schouderblad op zijn rug had Johannes Nicolaas een wijnvlekje.

Zicht op het derde gesticht bij Veenhuizen.

Bronnen:
WieWasWie.nl en AlleDrenten.nl.

3 juli 2016

Mathijs Frederik Koentz verdronk op zondag 3-7-1859

De Amsterdammer Jan van Nulck (1766-1834) noteerde:

"Op Zondag 3 July 1859 is onze dierbare Neef Mathijs Fredrik Koentz op 't Nieuwe Meer aan de Koene Molen gaan vissen & varen met onze Neef Dirk Cornelis van Nulck, waarbij hij een Riem verloor. Hij ontkleedde zich & kreeg die Zwemmende weder terug, doch Zijn Makker wist Met de andere Riem de schuit niet voor afdrijven door stroom op die zelfde plek te houden, zoodat de Ongelukkige uitgeput van Zwemmen, de kragten begaven & voor altoos onder akelig gekerm in de diepte wegzonk. Eerst Maandag avond gelukte het Zijn lijk te vinden en thuis te krijgen. Hetwelk Woensdag in de Nieuwe Kerk in mijn graf is begraven. Was oud 20 jaar & 9 maanden."


23 juni 2016

Het graf van Leendert Jacobsz Besemer in Hendrik-Ido-Ambacht

Deze grafzerk in de kerk van Hendrik-Ido-Ambacht toont het wapen van de familie Besemer.

Leendert Jacobsz. Besemer huurde in 1561 land te Hendrik-Ido-Ambacht van de weduwe van Jacob Gijsbertsz. Besemer (zijn moeder), van de weduwe van Aert Gijsbertsz. Besemer (zijn tante) en van Willem Jansz. te Oud-Alblas.

Leendert's ouders waren Jacob Gijsbertz. Besemer, die rond 1541 is overleden, en Heijltge Willems, die uit Ridderkerk afkomstig was. Leendert's oom, Aert Gijsbertz. Besemer, woonde in Oud-Alblas, waar hij in 1548 heemraad was.

Leendert Jacobsz. Besemer stierf op 24-6-1611 en werd begraven in de kerk van Hendrik-Ido-Ambacht.

20 juni 2016

De ouders van Cornelis Cornelisse Klootwijk in Heinenoord

De autoriteit op het gebied van de familie Klootwijk - voorouders van de oma, waar ik naar ben vernoemd - is natuurlijk de website klootwijk.net. Helaas heeft een autoriteit het ook weleens fout.

Zo heeft het me ooit lange tijd gekost om de beheerder van de website te overtuigen van het bestaan van mijn grootmoeder. Zij is relatief jong gestorven en wellicht is dat de reden dat een verre neef haar bestaan vergeten was bij de opsomming van de familieleden. Ook was er onduidelijkheid over haar geboortejaar. Uiteindelijk bracht een foto van de grafsteen van mijn grootouders uitkomst.

Vorige week stuitte ik op Cornelis Cornelisse Klootwijk, die samen met Gieltje Ariens van Wijk kinderen liet dopen in Heinenoord in de periode 1709-1715. Op bovengenoemde website wordt hij opgevoerd als zoon van Cornelis Leenderts Klootwijk en Aariaantje Pleunen Houck in Klaaswaal. Een analyse van de doopgetuigen bij de kinderen van Cornelis Klootwijk en Gieltje van Wijk bij GaHetNa.nl heeft mij er echter van overtuigd dat hij de op 25-4-1677 in Heinenoord gedoopte zoon is van Kornelis Krijnen Klootwijk en Magdaleentje ("Lijntie Cornelis") Weeda. Die Cornelis heeft immers wèl zussen met de namen Jacoba en Adriaantje.

Cornelis Cornelisse Klootwijk werd op 25-4-1677 in Heinenoord gedoopt
als zoon van Cornelis Crijnen en Lijntie Cornelis.

17 juni 2016

Op het slagveld geboren...

Koopvrouw Frederika Louisa Wilhelmina van Beusekom was op 18-5-1864 in Utrecht getrouwd met Jean Paradies. Zij was geboren op 18-6-1815 "op het slagveld tussen Quatre-Bras en Waterloo" als dochter van Gijsbertus van Beusekom en Anna Verkerk. Zij is overleden in Utrecht op 11-1-1886. Haar man Jean was aldaar overleden op 14-12-1884. Jean was geboren op 30-7-1812 in Vlissingen als zoon van metselaar Johannes Paradies en Cornelia Pietersen.

Rotterdamsche Courant, 5-6-1865

De Slag bij Waterloo vond inderdaad plaats op 18-6-1815 en de Slag bij Quatre-Bras werd 2 dagen eerder uitgevochten. De baby is vernoemd naar Frederica Louisa Wilhelmina van Pruisen (1774-1837), de echtgenote van de Nederlandse koning Willem I.

12 juni 2016

In 1608 had de vrouw van Goosse Jacobsz een gebroken been

Dirck Pietersz, de zoon van Pieter Dircxsz Verschoor, had het gebroken been van de vrouw van Goosse Jacobsz veroorzaakt, zoals bleek op de rechtdag in IJsselmonde van 12 juni 1608:

Goosse Jacobsz, eijsscher contra Pieter Dircxsz Verschoor, verweerder. D'eijsscher eijscht indempnatie vande alsulcke veertich guldens als schoudt ende heemraden rechtelijk hebben belooft aen meester Jan Aelbrechtsz, cherugijn vuer het curereren zijnder huijsvrouwe gebroocken been alsoo t zelve faict door Dirck Pietersz zijn zoon is te werck gebrocht, concludeert daer op tot condempnatie cum expensis.
Heemraden ijsen dat partijen bijden anderen sullen compareren op hope van goet accoordt ende soo niet acoorderen sullen heemraden ter naester vierschaer wijsen ofte slagen als recht is. 



Goosse Jacobz benadrukte zijn eis nogmaals op de rechtdag op den thienden julius anno XVIC acht. De heemraden "condempneren den gedaagde inden eijs des aenleggers cum expensis". Pieter Dircxsz Verschoor moest dus betalen. 

8 juni 2016

Jan de Jong kwam op 8-6-1932 om bij socialistische rellen

Johan (Jan) de Jong werd op 8-6-1932 gedood bij socialistische rellen in Boskoop. Hij was rond 1908 in Gouda geboren als zoon van Arie Pieter de Jong (±1881-1946) en Adriana Sirre. Jan trouwde zelf op 16-3-1927 in Waddinxveen met Dirkje Britsemmer uit Hazerswoude.

Eind oktober 1929 veroorzaakte de ineenstorting van de beurs op Wallstreet een wereldwijde econonomische crisis. In de loop van 1930 werd ook Nederland in de crisis betrokken. Na 1932 werden arbeiders en kantoorbedienden bij tienduizenden ontslagen. In de winter van 1936 op 1937 waren er in Nederland meer dan een half miljoen werklozen en dat bleef tot 1940 ongeveer gelijk. Er werd honger geleden, kinderen konden niet behoorlijk gekleed worden, huurschulden liepen op en mensen werden hierdoor uit hun woningen gezet.

Op woensdagmiddag 8-6-1932 vond te Boskoop een vergadering plaats van een groot aantal werkloozen uit die plaats, waarbij zich tevens een groep communisten uit Gouda had gevoegd, waaronder Jan de Jong. Na de vergadering wilden de demonstranten in optocht naar de burgemeester trekken met wie ze een deputatie wilden laten spreken. Omdat de burgemeester die morgen reeds 2 deputaties had ontvangen, weigerde hij dit keer. Daarop kwam het tot zeer ernstige ongeregeldheden, waarbij de gemeenteveldwachter in het nauw werd gedreven en zijn sabel trok. Eén van de demonstraten, Jan de Jong, werd daarbij dusdanig gewond, dat hij enkele minuten later aan de gevolgen van zijn verwondingen overleed. De veldwachter zelf werd aan zijn knie en voet verwond en naar huis gebracht. Tien andere demonstranten raakten licht gewond.

Gouda
De volgende dag sprak de “Goudsche afdeling der communistische partij naar aanleiding van het gebeurde te Boskoop” over “het beestachtig optreden tagen de demonstreerende arbeiders te Boskoop, waarbij een arbeider, kameraad Jan de Jong, werd vermoord”. Zij protesteerden tegen dezen “georganiseerden moordaanslag op werkloozen” en eisten een pensioen voor “de weduwe en de wezen van dezen vermoorde kameraad van gemeente- of rijkswege”.

Op vrijdag arresteerde de maréchaussee te Boskoop een tuinbouwer die bij de onlusten de leiding had. Hij werd naar het Huis van Bewaring in Den Haag overgebracht. Het lijk van De Jong werd naar het Academisch Ziekenhuis overgebracht. De begrafenis van “de bij de relletjes gedooden arbeider J. de Jong” vond plaats op 13 juni om 2 uur op de Algemene Begraafplaats in Gouda.

Bronnen: kranten.kb.nl (de Nieuwe Tilburgsche Courant en het Algemeen Handelsblad), binnenbuitenpost.nl.

1 juni 2016

Waar bleef Bastiaan Pieters Munter uit Dubbeldam?

Wanneer mensen verhuizen lijken ze vaak verdwenen of jong gestorven. Zo lieten mijn voorouders Pieter Bastiaans Munter en Teuntje Anthonissen Duijser op 9-9-1725 in Dubbeldam een zoon Bastiaan Pieters Munter dopen, waar ik verder nooit iets over tegen was gekomen.

Op de website marechausseesporen.nl vond ik een Jan Munter, die in de periode 1851-1873 bij de marechassee zat en op 27-5-1822 in Strijen werd geboren. Bij www.wiewaswie.nl bleek dat hij een zoon was van Hendrik Munter (1772-1836) en Pleuntje de Jong. Zijn grootouders worden daar genoemd als Bastiaan Munter en Josijna van Vliet. Bij de Families Of South-Holland CD (de "Klappers") vond ik dat dit echtpaar op 11-10-1772 in Klaaswaal hun zoon Hendrik liet dopen, die behalve voornoemde Teunis ook nog zonen Bastiaan en Jan en een dochter Josina had, vernoemd naar haar grootmoeder. Bovendien werd Bastiaan met het patroniem Pieters aangeduid en liet hij ook nog een dochter Teuntje dopen. Josijna's ouders bleken Hendrik Jochems van Vliet en Aagje Cleme van Es te zijn, die Josijna op 8-11-1733 in Klaaswaal lieten dopen.

Bij gahetna.nl zocht ik de in de "Klappers" genoemde trouwinschrijving op. Bastiaan bleek afkomstig te zijn uit Dubbeldam en weduwnaar van Sijtje Korendijker.

Bastiaan Munter hertrouwde op 5 Mei 1765 in Klaaswaal met Josijna van Vliet.

Een Bastiaan Pieters Munter, afkomstig uit Dubbeldam, met een dochter Teuntje, dat is dus de zoon van mijn voorouders Pieter Bastiaans Munter en Teuntje Anthonissen Duijser. Hij was dus van Dubbeldam naar de Hoeksche Waard verhuisd - aan de overzijde van de rivier de Kil.

25 mei 2016

Frans en Hendrik van Dommelen, schoolmeesters in 17e-eeuws Leerbroek

Hendrik en Frans van Dommelen waren schoolmeester in Leerbroek. Hendrik zal rond 1601 zijn geboren, want op 13-6-1642 was in Gorkum sprake van "Mr Henrick van Dommelen, schoolmr. in Leerbroek, oud 40 jaren". Frans kan zijn zoon zijn geweest:
"Frans van Dommelen, mr., jm. van Leerbroek
otr/tr. 20-11/7-12-1661 Leerbroek/Leerdam
Maria Zteevens, jd. uit Loosdorp".

Frans van Dommele, schoolmr. te Leerbroek, wordt op 5-1-1671 in Gorkum als getuige vermeld. In 1673 is schoolmeester Frans van Dommelen een kleine (¼) getaxeerde bij de 200e penning van Leerbroek. Frans van Dommelen, schoolmeester, wordt in april 1680 in Leerbroek genoemd bij het zout, zeep en redemptie geld.

De kerk van Leerbroek dateert van begin 16e eeuw

18 mei 2016

Latijnse Term: Nomine Uxoris



atijnse termen kom je zo af en toe tegen, wanneer je genealogisch onderzoek doet. Eeuwenlang verzorgden kerken dopen en begrafenissen en sinds de 6e eeuw wordt Latijn veel in katholieke kerk gebruikt. Maar ook in oud-rechterlijke archieven kom je nog wel eens een Latijnse term tegen. 


De Latijnse term Nomine Uxoris ("in naam van de echtgenote") is een term die in Nederland in de vroegmoderne tijd (15e tot 19e eeuw) werd gebruikt. Daarmee werden bezittingen van de vrouw op naam van haar man geregistreerd.
In die tijd werd een gehuwde vrouw in principe als handelingsonbekwaam gezien, dat wil zeggen dat ze haar man moest laten optreden als haar voogd. In geval van krankzinnigheid of langdurige afwezigheid van de man, kon de vrouw - met toestemming van haar man - wèl zelf handelen. 
Bij overlijden van een echtgenoot of echtgenote, erfden hun kinderen van hun overleden ouder, maar hield de weduwe of weduwnaar levenslang vruchtgebruik, togte of tochte genoemd.

 The English version of this post: Latin Term: Nomine Uxoris.

9 mei 2016

Arij Quartel van Cillaarshoek werd in 1899 bij Den Briel uit het water gevist

Op 9 mei 1899 bracht een visser in Den Briel het lijk mee van een oude man, die in de Maas was verdronken. De overledene werd geïdentificeerd als de 68-jarige Arij Quartel uit Cillaarshoek.

De Tijd, 10-5-1899

Arij Quartel werd geboren op 27-9-1830 in Westmaas als zoon van Jacob Quartel en Annigje Rozendaal. Hij had een oudere broer Koenraad Quartel (1826-1857).

Arij trouwde op 10-4-1856 in Westmaas met Pieternella Rozendaal, dochter van Pleun Rozendaal en Willemijntje Wildeman. Pieternella was geboren op 16-2-1828 in Strijen en overleed op 7-9-1896 in Maasdam. Veel kinderen van Arij en Pieternella stierven jong.

27 april 2016

Latijnse Term: Matrimonium - een korte geschiedenis van het trouwen



atijnse termen kom je zo af en toe tegen, wanneer je genealogisch onderzoek doet. Eeuwenlang verzorgden kerken dopen en begrafenissen en sinds de 6e eeuw wordt Latijn veel in katholieke kerk gebruikt. Maar ook in oud-rechterlijke archieven kom je nog wel eens een Latijnse term tegen. 


Het Latijnse woord Matrimonium betekent huwelijk of echtverbintenis. Een huwelijk werd ingezegend door een predikant. Voor wie niet tot de gereformeerde kerk behoorde was in de Gouden Eeuw de mogelijkheid geschapen om het huwelijk door de plaatselijke rechtbank te laten bekrachtigen.

22 april 2016

Servaas van der Tas (1676-1707) werd opgehangen met een mes boven het hoofd

"Zervas van der Tas van Rotterdam, oud 30 Jaaren, [is] om een begane Manslag gehangen met een Mes boven het hoofd" op 29-1-1707 in Amsterdam.

Servaas van der Tas werd gedoopt op 26-4-1676 in Rotterdam met als getuigen Louweris Dircksse (van der Tas) en Fesken Fesse Bentum. Servaas' vader, Dirck Dirxsen van der Tas, was, als jongeman van Westmaes wonend aan het Zijl in Rotterdam, op 22-4-1674 in Rotterdam in ondertrouw gegaan met Engeltje Fasen Bentum, jongedochter van Harrewijnen, wonend in de Hootsteech in Rotterdam. Zij zijn op 13-5-1674 in Rotterdam getrouwd met attestatie van Overschie. Engeltie Servaes en Dirck Dirckse waren op 23-2-1681 in Rotterdam getuigen bij de doop van Dirck, zoon van Louweris Dirckse van der Tas en Annetie Ariens. Engeltje werd begraven op 13-6-1703 op het Zuiderkerkhof in Rotterdam . Zij was toen al weduwe en liet 3 meerderjarige kinderen na.

Servaas Dirks van der Tas van Rotterdam trouwde op 13-6-1700 in Rotterdam met Lijsbeth Smith, jongedochter van Rotterdam. Beiden woonden aldaar aan de Leuvehaven. Uit dit huwelijk heb ik géén kinderen kunnen vinden in Rotterdam.
De Leuvehaven, eind 17e eeuw
Bronnen: Digitale Stamboom Rotterdam, Maurits Langenwagen: "Naamlyst van alle persoonen, die binnen Amsterdam, sederd het Jaar 1693 tot 1774 in Cluys door Scherpregters Handen Zijn ter Dood gebragt".