15 november 2012

Geschiedenis van Cillaarshoek

Cillaarshoek is een gehucht in Zuid-Holland. Het bestaat uit lintbebouwing langs de Keizersdijk. Bij een verbreding in het noorden liggen de kerk, de begraafplaats en het verenigingsgebouw. In de 20e eeuw stond daar ook een school, maar die is rond 1980 naar Maasdam verplaatst. Het zuiden, waar de Molenweg en het Molenwegje op de Keizersdijk aansluiten, wordt "'t Meulenend" genoemd. 

Gemeentewapen van de voormalige gemeente Cillaarshoek
Gemeentewapen van de
voormalige gemeente Cillaarshoek

Tot 1832 vormde Cillaarshoek een eigen gemeente. Het gemeentewapen is van goud, beladen met zes leliën van keel, in de volgorde drie, twee, één. Het is afgeleid van het wapen van Weeda, een plaats, die in de St. Elizabethsvloed van 1421 is verdwenen. De middeleeuwse heren van Weeda zouden een groot kasteel hebben bezeten in Nieuw-Bonaventura nabij de huidige Kromme Elleboog. 
In de periode 1813-1818 was Cillaarshoek al bij de toenmalige Maasdam ingedeeld geweest en in 1832 werd die indeling herhaald. Sinds 1984 maakt Cillaarshoek deel uit van de gemeente Strijen. 


Bij archeologisch onderzoek zijn in Cillaarshoek stenen funderingen en aardewerk uit de 14e eeuw aangetroffen. In de omliggende polders, het Oudeland van Strijen en polder Oud-Bonaventura, zijn resten uit de Middeleeuwen en zelfs de Romeinse tijd teruggevonden. 
Hoewel er reeds in 1331 een tolwacht was ter plaatse van het latere Cillaarshoek, is de gemeente waarschijnlijk pas aan het einde van de 15e eeuw ontstaan. Volgens een legende zouden inwoners van Weeda tijdens de St. Elizabethsvloed van 1421 naar de oude ringdijk zijn gevlucht, waar tegenwoordig Cillaarshoek ligt. Cillaarshoek zou zijn afgeleid van "Zielaardshoek", een hoek op de aarde, waar bij de vloed levende zielen waren. 
De Keizersdijk is vernoemd naar keizer Karel V en was eeuwenlang onderdeel van de doorgaande route van Amsterdam naar Parijs. 


Cillaarshoek rond 1790

In oktober 1788 hebben Cillaarshoekenaars de belastinggaarder, Johannes Jacobus de Roy, die tevens koster en schoolmeester was, mishandeld en het dorp uit gejaagd. De Staten van Holland en West-Friesland meenden dat Cillaarshoek "bijna tot eene geheele regeeringsloosheid is vervallen". Zij gelastten de bevolking "zich voortaan stil, vreedzaam en met behoorlijk respect voor, en gehoorzaamheid aan de hooge justitie, mitsgaders, schout en schepenen" te gedragen en "zich te onthouden van samenspanningen, poogingen, bedreigingen en feitelijkheden, ingericht om deszelven het toestaan van hunne begeertens of verzoeken af te perssen". De Roy werd door de drost en schout en schepenen in zijn ambten hersteld. 

In 1731 werd Cillaarshoek door de Staten van Holland en West-Friesland als ambachtsheerlijkheid verkocht aan Sarah de Jongh te Amsterdam voor een bedrag van ƒ 1950,-. Zij was "een seer brave koopvrouw, die een seer groot comptoor van seer sware negotie selfs als een man dirigeerde" en overleed op 5-4-1763. De heerlijkheid werd in 1782 geërfd door de familie De Quesne


De kerk en pastorie van Cillaarshoek

In de periode 1923-1959 was Cillaarshoek eigendom van jonkvrouwe Johanna Henriette Beelaerts van Emmichoven, geboren op 31-1-1879 in Gouda en overleden op 12-4-1959 in 's-Gravenhage. Zij was persoonlijk begaan met het wel en wee van haar pachters en schonk de gebrandschilderde ramen aan de kerk van Cillaarshoek.
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Heb je aanvullingen of opmerkingen?